Bestuurder "op papier"? Niet zonder risico, en vooral: een gemiste kans

15 januari 2021

In onze praktijk treffen we nog veel familiebedrijven waarin het bestuursorgaan enkel op papier bestaat. Het betreft vaak familiebedrijven die in handen zijn van een controlerend eigenaar, die één of meerdere bijkomende personen als bestuurder heeft benoemd, vaak om te voldoen aan het vroegere wettelijke minimumaantal van drie bestuurders in de NV. Deze personen oefenen in realiteit hun bestuursmandaat niet uit en beperken zich tot het ondertekenen van de jaarstukken en andere wettelijk vereiste formaliteiten.

Eenieder die louter “op papier” bestuurder is, moet zich er echter van bewust zijn dat dit niet geheel risicoloos is. Het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen voorziet immers de principiële hoofdelijke aansprakelijkheid van bestuurders van een collegiaal bestuursorgaan ingeval van bestuursfouten. Indien men aan een bepaalde bestuursfout geen deel heeft gehad, kan men aan zijn aansprakelijkheid ontsnappen door de beweerde fout te melden aan alle andere leden van het bestuursorgaan (of, in voorkomend geval, aan het collegiaal bestuursorgaan en aan de raad van toezicht).

Met andere woorden, de gedachtegang “wie niets doet, kan niets fout doen”, gaat in deze materie niet op. Zelfs indien men niet actief deelneemt aan het bestuur moet men alert zijn voor mogelijke bestuursfouten van de andere bestuurders.

Het verdient dan ook aanbeveling te evalueren of men louter omwille van die vroegere minimumvereiste van drie bestuurders in de NV bijkomende bestuurders “op papier” heeft benoemd, en of het wenselijk is het bestuursorgaan in die vorm te behouden. De minimumvereiste bestaat niet langer: ook in de NV bestaat nu de mogelijkheid om de vennootschap door één bestuurder te laten besturen.

Daarnaast is de loutere “papieren raad van bestuur” natuurlijk ook een gemiste kans. Men ontneemt aan het familiebedrijf en aan de familiale eigenaar/bestuurder alle voordelen die een actieve raad van bestuur (eventueel met externen) kan bieden, onder meer:

  • Het hebben van een raad van bestuur die niet enkel de wettelijke bevoegdheden waarneemt maar die ook ten volle zijn rol speelt op het vlak van bijvoorbeeld het algemeen bestuur en de strategie, het toezicht op en klankbord zijn voor het management.
  • Er is een toename van discipline en verantwoordelijkheidszin bij het voorbereiden en houden van de raad van bestuur.
  • Externe bestuurders bieden aan de ondernemer een klankbord en een objectieve kijk op het familiebedrijf.
  • Het leidt tot een meer adequate rolverdeling in het familiebedrijf. De externe bestuurders zullen er immers over waken dat de louter familiale problematiek gescheiden wordt van kwesties die alleen het bedrijf raken. Zij zullen deze aangelegenheden verwijzen naar het gepaste forum inzake familiale governance, zoals het familieforum. Anderzijds kan de raad van bestuur met externen onpartijdige raad geven in aangelegenheden die ook een familiaal aspect hebben, zoals de vraag wie het meest geschikt is om op te volgen.
  • Een raad van bestuur met externen geeft een krachtig signaal dat de familiale ondernemer de continuïteit van het familiebedrijf ernstig neemt en bereid is in de toekomst te investeren. Hij vormt ook een verzekering tegen crisissituaties.
  • Een actieve raad van bestuur is een belangrijk teken van openheid en professionaliteit, hetgeen een rol kan spelen voor bijvoorbeeld kredietverleners.

In een eerdere blog werd al besproken welke de scharniermomenten zijn waarop het zeker aanbeveling verdient de overstap te maken naar een actieve raad van bestuur.

Wil u hierover meer weten? Tijdens de opleiding “bestuurder in het familiebedrijf”, die op 21 januari van start gaat, worden alle aspecten van goed bestuur in een familiebedrijf grondig besproken. U vindt hier meer informatie over deze opleiding.

Sofie Lerut