23 oktober 2020
Op het vlak van onderzoek inzake familiebedrijven gooit het Research Center for Entrepreneurship and Family Firms van de Hasseltse Universiteit de jongste jaren hoge ogen. Er werden heel wat doctoraten geproduceerd die vaak verfrissende inzichten in de wereld van het familiebedrijf bieden. Vooral op het vlak van financiering en governance van familiebedrijven – niet toevallig de voorkeurdomeinen van bezieler professor Wim Voordeckers - wordt sterk onderzoekswerk afgeleverd.
Het jongste doctoraat in de rij is van Ellen Janssen, die de prestaties van familiebedrijven na een bedrijfsoverdracht onderzocht. Een kleine 350 familiebedrijven namen deel aan het onderzoek.
Zoals bekend bestaan er globaal beschouwd twee manieren om een familiebedrijf over te dragen: de opvolger kan het familiebedrijf kopen of hij kan het krijgen door middel van een schenking.
Ellen Janssen stelde vast dat de prestaties van het familiebedrijf na de overdracht gevoelig verschillen naargelang de opvolger het familiebedrijf kocht of kreeg. Familiebedrijven die verkocht werden aan de volgende generatie presteerden gevoelig beter, terwijl na een schenking een lichte daling in de financiële prestaties genoteerd werd. De onderzoekster geeft hiervoor drie verklaringen. Bij gekochte ondernemingen is de aandeelhoudersstructuur vooreerst minder diffuus waardoor een krachtige aansturing mogelijk wordt. In tweede instantie is men minder gehecht aan bedrijfstradities. Ten slotte werd de koopprijs meestal geleend en is er een grotere terugbetalingslast, waardoor de opvolgers meer gefocust zijn op het behalen van korte termijn financiële rendementen. Dit laatste bevordert dan weer de bedrijfsprestaties.
Het is niet verwonderlijk dat een andere conclusie van het onderzoek luidt dat opvolgers die kopen een hoger ondernemend vermogen vertonen dan wie de aandelen krijgt. Volgens Janssen kunnen de kopers zich losrukken van het conservatieve gedachtengoed van de vorige generatie en bijgevolg hun eigen stempel drukken op het familiebedrijf. Hierdoor zal meer de nadruk gelegd worden op innovatie, het nemen van risico’s en een proactieve houding.
Het onderzoek leidt tot paradoxale conclusies. Waar de overdragers er menen goed aan te doen om de opvolgers niet te belasten met zware bankleningen, blijkt dat het familiebedrijf minder goed af is met een schenking. Dit biedt zeker verdere stof tot nadenken.
Jozef Lievens